Dutch7
Terms
undefined, object
copy deck
- de opleiding
- education
- de ervaring
- experience
- binnen
- within
- de chauffeuse
- driver(f)
- de kapster
- hairdresser(f)
- de leraar
- teacher
- beschikbaar
- available
- servicegericht
- service-oriented
- de basis
- basic
- de personeelsadvertentie
- job advertisment
- het deel
- part
- de werkuren
- working hours
- bovenstaand
- above-noted
- bieden
- to bid
- de kapper
- hairdresser
- het bedrijf
- company
- menen
- to think, to mean
- het gesprek
- the chat, talk
- het geld
- money
- breed
- broad
- momenteel
- at the moment
- stofzuigen
- to vacuum
- zelfstandig
- independent
- verzamelen
- to come together, to assemble
- opgroeien
- to grow up
- exposeren
- to expose
- de schaduw
- shadow
- interessant
- interesting
- uitgebreid
- detailed
- de verkopster
- saleswoman
- enthousiast
- enthusiastic
- de dominee
- father, priest
- volgen
- to participate
- de taak
- task
- schriftelijk
- written
- de werksfeer
- working atmosphere
- de behandeling
- therapy
- onderstaand
- stated below
- de accomodatie
- accomodation
- de periode
- period
- zeker
- sure
- het Engels
- English
- persoonlijk
- personal
- de politieagent
- policeman
- de file
- traffic jam
- het Frans
- French
- de buschaffeur
- bus driver
- werkloos
- unemployed
- de verkoper
- salesman
- bevallen
- to like
- typisch
- typical
- de taal
- language
- jammer
- What a pity
- het team
- team
- het Italiaans
- Italian
- vooraf
- in advance
- zijn
- his
- solliciteren
- to apply
- voor het eerst
- the first time
- de verzekering
- insurance
- het onderwerp
- subject
- de tuinman
- gardener
- koffiepauze hebben
- to have a coffiebreak
- hard
- loud
- de hand
- hand
- het onderzoek
- examination
- telefoneren
- to phone
- buiten
- outside
- namelijk
- cause
- daarom
- therefore
- het beeld
- picture
- het salaris
- salary
- de rivier
- river
- de huisman
- houseman
- samenvoegen
- to add together, to assemble
- de zomer
- summer
- be boom
- tree
- de instelling
- engagement
- het detail
- detail
- verrichten
- to do, to handle
- het schip
- ship
- de assistent
- assistent
- het fototoestel
- camera
- de secretaresse
- secretary
- groter
- taller
- het wandeltocht
- hike, ramble
- het landschap
- landscape
- de etser
- etcher
- bestaam
- to exist
- schoonmaken
- to tidy up
- de eis
- requirement
- de chauffeur
- driver(m)
- regelmatig
- constantly
- het warenhuis
- warehouse
- de verpleegster
- nurse
- men
- one
- de apotheker
- pharmacist
- de fabriek
- factory
- de sollicitatie
- application
- het beroep
- job, occupation
- meewerken
- to assist
- inhouden
- to contain
- de winkel
- store
- de baas
- boss
- de functie
- function
- het buitenland
- countries abroad
- eigen
- own
- uiteraard
- of course
- bellen
- to phone, to call
- ambtenaar
- civil servant
- de postbus
- postbox
- de brief
- letter
- de wijze
- manner, style
- afhankelijk
- dependent
- de cursus
- course
- de werkelijkheid
- reality
- het standpunt
- attitude